In voeren deel één en deel twee zijn we voornamelijk ingegaan op het instant vissen op karper, vandaag gaan we een stukje schrijven over een voerstek opbouwen en onderhouden.

Laten we weer beginnen met het melden dat je moet voeren waar de karper zwemt. dus heb je een water uitgezocht besteed dan tijd aan het water om te kijken, te ruiken en te proeven om erachter te komen of er karper zit en zo ja waar deze zit. Het kan absoluut geen kwaad om eerst eens een dagdeel rond te slenteren en te observeren.

We hebben een water en een plek uitgezocht, in deze reeks van artikelen ga ik uit van beginnende karpervissers dus hebben we een niet te groot water uitgezocht. Het water is een afgesloten systeem, een meertje of plas. Er zijn dan meerdere keuzes te maken afhankelijk van het jaargetijde.

In de winter en het vroege voorjaar kan je volstaan om enkele boilies te voeren een aantal keren in de week. Vooral in het vroege voorjaar zou ik stekken zoeken die ondiep zijn en in de zon liggen. Mijn advies is om hier een aantal keren in de week op verschillende tijden een aantal boilies en wat boiliekruim te voeren. Ik zeg bewust op verschillende tijden indien je die mogelijkheid hebt. Je wilt dat de karper(s) het gaan vinden en er regelmatig terug komen of er in de buurt blijven. Het kan ook helemaal geen kwaad om de twee dagen voordat je gaat vissen dit twee keer per dag te doen.

Op het moment dat je gaat vissen moet je niet ineens een kilo boilies eromheen gooien, gewoon eenzelfde hoeveelheid als je al gevoerd hebt.

Wil je wat later in het jaar gaan vissen en voeren dan is mijn advies om de voer hoeveelheid op te voeren en ook op een iets andere manier te voeren. Persoonlijk hou ik ervan om eerst drie dagen te voeren voordat ik ga vissen. We hebben het nog steeds over hetzelfde watertype voor alle duidelijkheid. Ik ga na de waterkant met circa 2 kilo voer, het is een gesloten water(tje) dus ik kies nooit voor mais dat is te witvis gevoelig in mijn opinie. Ik ga met boilies en eventueel met wat (gekookte) ontkiemde hennep.

We hebben zoals eerder geschreven geconstateerd waar de vis zich ophoudt en weten waar we willen gaan vissen. Ik ga verspreid voeren, de 2 kilo boilies worden als volgt verdeeld. er gaat circa 1,5 kilo gevoerd worden volgens het zwem principe. Hiermee bedoel ik dat er overal een paar boilies te vinden zijn. Er ligt wat in het midden, langs het kantje gewoon iedere keer om de 5 of 10 meter, niet te veel maar steeds een paar. Als je goed opgelet hebt weet je dat ik nog een halve kilo over heb. Deze halve kilo ga ik voeren op een oppervlakete van circa 10 vierkant meter waar ik wil gaan vissen. De gedachte hierachter is dat de vis zwemt en steeds aasjes tegen komt die hij kan oppikken. Je kan op deze manier meerdere vissen bereiken en de vis wordt “uitgedaagd”om verder te zoeken.

Dag twee doe ik eigenlijk hetzelfde alleen wordt de oppervlakte waar ik over voer iets kleiner. Stel dag 1 heb ik 2 kilo gevoerd over een hectare, dag twee doe ik dit over een halve hectare.

Dag drie voer ik minder, ik ga met een kilo naar de waterkant, en voer deze alleen op de 10 vierkant meter die ik de volgende dag wil gaan bevissen. Ook hier zit weer een gedacht achter, we hebben verspreid gevoerd om zoveel mogelijk vissen te bereiken en geconcentreerd om de vis hier te houden. als we gaan vissen gooien we niet het hele scenario open aan voer, we kiezen voor haakaas en er liggen 8 tot 15 bollen omheen, een beetje boiliekruim kan nooit kwaad.

Indien je gaat vangen kan je altijd wat extra gaan voeren.

Reacties worden op prijs gesteld en vragen zullen beantwoord worden. Ik hoop dat je hier iets aan hebt.